EINDWERK: Vormen transdisciplinaire communicatieteams een meerwaarde voor D5 in de gemeentelijke fase? | Tim Daeze
Ik vertrek voor mijn onderzoek vanuit de vraag of het niet beter zou zijn om transdisciplinaire samenwerkingsverbanden aan te gaan met betrekking tot de crisiscommunicatie bij noodsituaties in de gemeentelijke fase. Het crisiscommunicatieteam, discipline 5, bestaat dan niet enkel uit gemeentelijke ambtenaren, maar ook uit vertegenwoordigers van andere disciplines.
De huidige Belgische wetgeving die van toepassing is op de organisatie van discipline 5 bij noodsituaties, geeft slechts enkele algemene bepalingen mee over de manier waarop deze discipline zich moet organiseren en ontwikkelen om haar opdrachten te kunnen uitvoeren. Er wordt niet bepaald hoe discipline 5 georganiseerd moet zijn. Wat wel vermeld wordt is dat een monodisciplinair plan een multidisciplinaire samenwerking moet organiseren en dat de directeur-informatie best iemand is met communicatieve vaardigheden en een zekere kennis over de werking van de hulpdiensten en crisiscommunicatie.
Uit zowel literatuuronderzoek als afgenomen interviews komt naar boven dat de communicatiediscipline in het kader van noodsituaties, zijnde discipline 5, genoodzaakt is zich verder te ontwikkelen, te professionaliseren. Daarom zoek ik verder uit of de ondersteuning van de communicatiemedewerkers van bijvoorbeeld de lokale politiezones en de hulpverleningszones een meerwaarde kan zijn voor de kwaliteit van de communicatie die gevoerd wordt door discipline 5.
Alvorens te kunnen aantonen of dergelijke samenwerking zijn nut heeft, vind ik het belangrijk om de verschillende mogelijkheden van ondersteuning en samenwerking te bekijken. Ik neem daarbij enkele samenwerkingsvormen onder de loep. Monodisciplinaire ondersteuning, multidisciplinaire samenwerking en transdisciplinariteit komen aan bod. Omdat de transdisciplinaire samenwerking het dichtst aanleunt bij mijn onderzoeksvraag probeer ik deze samenwerkingsvorm te definiëren. Ik baseer me hiervoor onder andere op Bruelemans et al. (2015) die stellen dat crisismanagement pas goed kan werken als er niet enkel sprake is van samenwerking, maar ook van disciplineoverschrijdende processen. Zij benoemen dit als transdisciplinaire processen.
In mijn zoektocht naar een transdisciplinair proces voor crisiscommunicatie komen we bij het Werkproces Crisiscommunicatie terecht. Dit werkproces wil volgens de ontwikkelaars een blauwprint zijn voor de organisatie van de communicatiediscipline en is volgens hen, naast empirisch onderzoek, enerzijds ontstaan uit observaties tijdens en anderzijds uit evaluaties van reële en gesimuleerde crisisinterventies. Uit de literatuur blijkt dat dit werkproces een valabele en beproefde methode is om aan de vele uitdagingen waar communicatie bij noodsituaties mee af te rekenen heeft te kunnen voldoen (Marynissen et al., 2015).
Uit dit aanbevolen werkproces blijkt duidelijk dat crisiscommunicatie niet de taak is van één individu maar van een continue samenwerking tussen verschillende leden van een team. Om aan die vele taken te kunnen voldoen is de lokale situatie qua beschikbare mensen, competenties en middelen niet altijd toereikend en is er bijgevolg nood aan ondersteuning.